Aardingsdraad - doorsnede, markering, kleur, aansluiting, vereisten voor aardingsgeleiders

De meeste elektrische installaties zijn altijd geaard met behulp van een speciale aardedraad. De aarddraad is ontworpen om de geleidende elementen van de installatie te verbinden met de aarde, die aanvankelijk nulpotentiaal heeft, en daardoor een veilige nulpotentiaal op het aardelement te creëren.

Het hoofddoel van de aardedraad is om een ​​persoon te beschermen tegen elektrische schokken als de fasespanning die de eenheid om een ​​of andere reden voedt, op zijn plaats komt.

Een voorbeeld is een wasmachine, waarvan de bedrading na verloop van tijd is beschadigd en de kale fasedraad op een bepaald moment de metalen behuizing van een huishoudelijk apparaat raakt.

In dit geval loopt de persoon risico, want als hij het lichaam van de auto aanraakt, krijgt hij een elektrische schok, omdat de stroom door zijn lichaam in de richting van de aarde stroomt, maar de persoon praktisch op de vloer staat, die niet altijd betrouwbaar is geïsoleerd van geaarde geleidende objecten, dezelfde verwarmingsradiatoren of fittingen.

Het moet duidelijk zijn dat zelfs een kleine wisselstroom, in de orde van 60 mA, fataal kan zijn voor een persoon, vooral als deze stroom door het hart stroomt.

Om het risico van elektrisch letsel en overlijden volledig te elimineren, zijn huishoudelijke en industriële elektrische installaties altijd uitgerust met een aardingsdraad.

Deze draad verbindt alle geleidende elementen van de installatie, die in de normale modus niet moet worden bekrachtigd, elektrisch met een aardlus met nulpotentiaal. In dit geval zal tijdens een fase-uitval van de behuizing (of op een ander geleidend deel van het apparaat dat wordt beschermd door aarding) de stroom onmiddellijk in de grond vloeien langs het pad van de minste weerstand, dat wil zeggen door de aardingsdraad. En als er een ketting is aardlekschakelaar (RCD), dan zal het zeker werken.

Allereerst is het doel van de aardedraad in de meeste installaties om mensen te beschermen, maar in sommige gevallen is aarding noodzakelijk om de normale werking van het apparaat te garanderen. Zo zijn de aarddraden verdeeld in beschermend en werkend.

In elk geval moet de aardgeleider, of deze nu werkt of beschermend is, correct zijn gemonteerd en aan bepaalde eisen voldoen. Deze eisen worden bepaald door de bedrijfsomstandigheden van de fabrieken en hun bedrijfsmodi. Uiteindelijk zijn er specifieke criteria die we hieronder beschouwen.

Aardedraadvereisten

Als de beschermde apparatuur, en in de eerste plaats de behuizing, permanent wordt geïnstalleerd en geen frequente verplaatsing van plaats naar plaats impliceert, wordt een enkeldraads enkeldraads draad gebruikt als aarding.

Als bijvoorbeeld de klepdeur geaard is, die van tijd tot tijd beweegt, is een flexibele multicore-draad nodig.

Wanneer de beschermende geleider langs de apparatuurkast wordt gelegd of open wordt gelegd, moet deze altijd worden geïsoleerd. Met verborgen bedrading is een blootliggende geleider toegestaan.

Wanneer er nog steeds een eenfasige bedrading wordt gemonteerd, is het raadzaam om deze te maken met een drieaderige kabel, een van de geleiders waarin deze worden beschermd, geaard, als we het hebben over een driefasig systeem, gebruik dan een vijfdraads kabel. Als de bedrading al is gelegd en er geen aarding is, wordt de aardgeleider apart gelegd.

Rol van weerstand

Het is heel belangrijk dat de elektrische weerstand van de aarddraad klein is.Om deze reden worden meestal aardgeleiders met koperen geleiders gebruikt, omdat koper een hogere geleidbaarheid heeft dan aluminium of staal.

De ohmse weerstand van de aardlus samen met de aardgeleider die erop is aangesloten, is uiterst belangrijk. Hier, factoren zoals: de dwarsdoorsnede van de draad, de overgangsweerstand op de contactpunten van de geleider met de apparatuur en met de aardlus (bouten, lassen) en de aardlus - met de grond beïnvloeden deze.

Afhankelijk van het type elektrische installatie, de waarden van fase en lineaire spanningen, volgens PUE 1.7.101 - 1.7.103, worden de vereisten voor weerstand als volgt gepresenteerd:

Trouwens, volgens PUE 1.7.121 is het mogelijk om niet noodzakelijkerwijs afzonderlijk geplaatste koperdraden als aardgeleiders te gebruiken, het is ook toegestaan ​​om een ​​geleidende gepantserde kabelmantel te gebruiken (wiens directe doel is om de kabel tegen mechanische schade te beschermen) evenals trays, dozen, rails, balken, en structurele delen van structuren, met uitzondering van (volgens PUE 1.7.123) metalen delen van watertoevoerleidingen en gaspijpleidingen, evenals hulpstukken die de basis vormen voor structuren van gewapend beton.

Kleur- en lettermarkering van de aarddraad

Zodat de aardedraad gemakkelijk kan worden herkend en onderscheiden van andere draden, deze overeenkomt met een individuele kleur en lettermarkering, wordt deze bepaling geregeld door PUE 1.1.29. De letters PE, aangebracht op de klemmen, kabeluiteinden en circuits, geven aarde aan.

De karakteristieke kleur van de aarddraad is geelgroen, gele en groene strepen worden meestal aangebracht over de gehele lengte van de isolatie van de draad, of in een andere configuratie, maar zodat deze twee kleuren gemakkelijk herkenbaar zijn.

In sommige netwerken is de beschermende aardgeleider uitgelijnd met de neutrale geleider. Maar de neutrale geleider, volgens PUE 1.1.29, is blauw gemarkeerd en heeft de aanduiding N. Echter, in gevallen waarin deze geleiders worden gecombineerd, combineert de kleurmarkering blauwe en geelgroene isolatie.

De letteraanduiding wordt vervangen door PEN. Deze markering is niet rechtstreeks van toepassing op de voedingsbus, omdat rood, geel en groen in dit geval fasen aangeven en de neutrale geleider mogelijk kleurloos is. De PE-bus is zwart geverfd als onderdeel van de kabel.

Aarddraaddoorsnede

Met de actieve weerstand van de aarddraad hangen de effectiviteit en snelheid van de werking van een aardlekschakelaar en dus de betrouwbaarheid van het beschermen van een persoon tegen elektrische schokken direct samen. Daarom moet de doorsnede van de aarddraad voldoen aan de bedrijfsparameters van de lijn waarop deze aarde betrekking heeft.

In de praktijk is de aardgeleider niet ontworpen om een ​​dergelijke significante belasting te weerstaan ​​als de fasegeleiders en de neutrale geleider zouden moeten dragen. Om deze reden wordt de dwarsdoorsnede van de aardgeleider iets kleiner geacht.

In overeenstemming met PUE 1.7.126 wordt het dwarsdoorsnedeoppervlak van de aardgeleider PE genomen op basis van het oppervlak van de fasegeleiders van de betreffende lijn in kwestie. Dus als de dwarsdoorsnede van de fasegeleider minder dan 16 vierkante mm is, moet de dwarsdoorsnede van de aardgeleider vergelijkbaar zijn.

Als de fase een doorsnede heeft van 16 tot 35 vierkante mm, mag de doorsnede van de aardgeleider niet kleiner zijn dan 16 vierkante mm. Als de fasegeleiders verschillen in dwarsdoorsnede groter dan 35 vierkante mm, dan kan de dwarsdoorsnede van de aardgeleider niet kleiner zijn dan de helft van de dwarsdoorsnede van een dergelijke fasegeleider. Bovendien is het raadzaam om de formule te gebruiken om de doorsnede van de aardgeleider nauwkeuriger te bepalen om materialen te besparen:

Hier wordt rekening gehouden met de waarde van de kortsluitstroom I, de responstijd van de beveiligingsinrichting t, en ook met de coëfficiënt C die het materiaal van de geleiders en zijn isolatie kenmerkt.

Aardedraadverbinding

Voordat ze de aardedraad aansluiten, zoeken en wijzen ze de conclusies van alle kabelkernen aan twee uiteinden aan.Kernen zijn gemakkelijk te vinden door kleurcodering. Fasegeleiders hebben verschillende kleurcoderingen.

Blauw of blauw is de neutrale geleider. De aardgeleider is altijd gemarkeerd in geelgroen of felgroen. Als er geen vertrouwen is in het naleven van de norm en de installatieprocedure voor de markeringen, moeten de draden eerst worden geringd.

Wanneer alle geleiders correct zijn geïdentificeerd, gaat u verder met het aansluiten van de aardgeleider. Het is verplicht om krimpen, krimpen, solderen, adereindhulzen of vastdraaien met een schroef en moer te gebruiken. Draaien is niet toegestaan.

Gebruik een krimpkous wanneer u geleiders van verschillende metalen (bijvoorbeeld koper en aluminium) aansluit. Nadat de geleiders met elkaar zijn verbonden, wordt de aarddraad aan de ene kant verbonden met de aardlus en aan de andere kant - op de behuizing van de beschermde apparatuur.